Kevin’s eerste solotrip episode I
Eén keer per jaar, sinds we 2 dochters hebben, gaan de meiduh op meidenweek. Uiteraard mag papa dan niet mee want dat is geen meisje. Normaal gesproken werk ik door, doe ik het grotere onderhoud aan ons huisje of combineer die 2. Gezien het feit dat ik alles redelijk (er is altijd wel wat te doen, kammajaijaijippiejjippieeee!!!!) onder controle heb, bedacht ik om ff er op uit te gaan, niets en niemand om me heen, dacht ik bij mezelf: “als ik er nou gewoon is tussen uitknijp voor een weekie. Tentje achterop en daar heen waar de zon schijnt, zal het je goed doen”. Ff een mini Jan Gerben, en dat heb ik het niet over junior. Ik was nog nooit alleen weggegaan, altijd wel iemand met me mee. M’n gezin, familie of vrienden, altijd doe ik dat samen met iemand, maar nooit solo. Toen ik de voorbereidingen trof voor de roadtrip, bedacht ik mezelf dat het wel eens vies tegen zou kunnen vallen en dat ik na 2 dagen eenzaamheid, huilend bij m’n moeder op de stoep zou staan. Ik vroeg m’n vader nog om mee te gaan maar die zag ‘t niet zitten. Fuck it!!! dan vraag ik gewoon niemand en zie wel hoe ‘t loopt….
Om 09:00 vertrokken richting Rotterdam, binnendoor, zo had ik de route vtv uitgestippeld. Eerst ff tanken in Pijnacker, want ik ben bijna leeg. Kom je op je benzinedampen aan bij de pomp, wordt ie verbouwd. Kut, door naar Berkel, dat werd Bergschenhoek daar zit een pinpomp. Kweenie wat er misging maar ik kon precies 3 liter tanken. door naar Hillegersberg, daar zit een Esso, eindelijk een volle tank en een pak peuken, hoppatee!!! We zijn onderweg. Via Hillegersberg naar Rotterdam, ik zou over de Kralingse Zoom doorrijden naar Capelle maar besluit een stukje snelweg te pakken, ff kijken of alles blijft zitten. Dat ging prima en ik besluit om de dijken achter Capelle links te laten liggen en tuf door op de A16 richting Breda. Over de Brienenoord en over de Moerdijk. Daarna stop ik ff voor een bakkie. Staan ook 2 agenten met hetzelfde idee. Niks aan de zeis, ik zie alleen geen dienstauto, zullen wel onder de koffer zijn. Als ik m’n reis weer voortzet, zie ik ze in een Tesla stappen, WTF!!! Hoezo bezuinigingen bij de overheid!!! Dat zijn mijn belastingcentjes. Het zal wel, denk ik nog, laat het los Kef, je bent lekker een weekie weg, dus maak je er niet druk over. Ik rijd over de A16 richting de 59, daar ga ik er bij afslag 14 vanaf, Richting Chaam.
Vanaf hier rij ik binnen door, blijft een mooie omgeving, hebben die Samwels goed voor elkaar. Ik rij via Baarle-Nassau België in richting de Ardennen, de omgeving wordt steeds mooier en de wegen steeds slechter. Ik kom door Gladbeek, hier staat een huis wat Tienie en ik jaren geleden ook hebben zien staan, het deed ons (en nu weer) denken aan de Tittytwister uit de film “from dusk till dawn” van Tarantino. Als deze hut ooit te koop komt, maken we er een dikke biker/truckstop van, net als in de film, maar dan zonder de vampieren, liefst wel met Salma Hayek achter de bar. Ik stop ff voor een foto, rook een peukie en geniet van dit bouwwerk. Er staat nog steeds geen bord ” te koop” in de tuin, helaas, blijven dromen dan maar.
Ik tuf door naar st. Truiden en daar stop ik ff voor een maaltijd. Het is rond 13:00 uur en de inwendige mens vraagt om voer. Bij een frietkot bestel ik een klein patatje stoofvlees. Ik krijg een bak voer waar ik met m’n gezin, en ja de meiduh zitten in zo’n groeispurt, de hele week van kan eten, colaatje erbij om het weg te spoelen en we gaan weer op pad. Richting Huy, onder de rook van Luik door. Als ik Huy in tuf, is het druk in het verkeer, het is een beetje het begin van de Ardenne en het is mooi weer, dat betekent dat er een hoop mensen op de been zijn. Ik manoeuvreer ons door het verkeer en krijg me daar ineens een partijtje kramp in m’n gasarm, ik kan mijn gashendel moeilijk doseren en volgas lijkt de enige stand die m’n spieren in m’n onderarm fijn vinden. Ook m’n koppelingsbeen vergaat van de kramp. Dit alles is een hele slechte combo in het drukke centrum van Huy. Ik weet ons zonder letsel of schade uit de stad te halen, denk hierbij maar een beetje aan de Cannonbalrun van 2006, de mensen die hieraan deelgenomen hebben, weten dat we veel te hard door de dorpjes knalden. Na Huy stop ik, rook een peukie en loop wat heen en weer en denk bij mezelf: “ik ben nu toch al niet stiekem te oud geworden voor dit soort afstanden, moet ik nu de flattie al inruilen voor een roadking of iets van dergelijke comfort”. Fuck die shit!!!
Met die gedachten stap ik weer op en zet koers richting Malmedy, via de N66, mooi!!! Mooie wegen en flinke bergen om te beklimmen en af en toe een flink gat in het asfalt, ik zit nu echt in de Ardennen. Ter hoogte van Trois Points, besluit ik dat het mooi geweest is voor vandaag en zoek een B&B voor het gemak.
Die zijn niet te betalen daar en ik tuf door. Bovenop een berg stop ik bij een bar/outdoor centrum. De eigenaresse blijkt Nederlandse en zij kent wel iemand waar ik de nacht door kan brengen. Een belletje later is het geregeld en ik zet koers naar Stavelot. Daar verwen ik eerst weer de inwendige mens en kom om 19:30 uur aan bij de plek waar ik kan slapen. De eigenaar van het kleurrijke huis luistert naar de naam Monseigneur Robbert.
Monseigneur Robbert, een excentriek uitziende man met een mooi gekleurd zijden sjaaltje om zijn nek, een leren pantalon en van die foute halve suède laarsjes. 3 tanden in z’n muil en een verwarde blik in zijn ogen. Voor de duidelijkheid: monseigneur Robbert is ooit burgemeester geweest van Malmedy, is waarschijnlijk matteklap geraakt onder de politieke druk en heeft nu een leescafé in Stavelot. Daar geeft hij lezingen en geeft te pas en onpas, huiskamer concerten. De beste man zit in een mandoline kwartet, en ik ontkom ‘s avonds dan ook niet aan een muzikale show. Het was een avond vol muziek en politiek gezwets in de Frans/Duitse (lachuh ook) taal.
De nacht bij Monseigneur Robbert was voor mij 1 groot drama, ik kon slecht in slaap komen, de koffie die mij geserveerd werd, was denk ik te sterk voor het uur van de dag. Dat in combinatie met het huis, wat me terugbracht naar m’n kinderjaren bij m’n opa en oma thuis op de Waalsdorperweg. Ik vond dat als kind een enge plek met opgezette dieren en een verzameling uit hun leven van allerhande spulletjes en oude schilderijen, scheuren en schimmel op de muren en krakende trappen. Oude Perzische tapijten en een onmiskenbare geur van oude mensen en hun inboedel. Het huis van Monseigneur Robbert ruikt ook zo en er staat ook allemaal vage oude zooi. Toen ik eenmaal bijna sliep, dacht ik het geluid van m’n motor te horen en snelde mezelf naar het raam van m’n zolderkamertje, waar ik als ondergedoken jood was weggestopt. Er was natuurlijk niks aan de hand, dus ik weer m’n bed ingedoken. Ik ben ergens in slaap gevallen en midden in de nacht werd ik wakker van m’n eigen geschreeuw!!! Help, help, en dan hoorde ik iemand met een krakende stem “help” erachteraan fluisteren. Alsof ik de schimmel van de muren had gesnoept en in een foute trip was beland. Stoer he, in je eentje op pad!!
Wordt vervolgd