Grijze rit 1

De eerste Grijze Rit (buiten de tourcommissie om) is verreden. Het was 3 graden en mooi weer, we zijn overal en nergens geweest.

We verzamelden op de Veerstoep bij Bergambacht waar een leuk restaurant zit met een bazige serveerster. Dat Ken haar ‘meisje’ noemde, hielp niet echt en ook niet dat we allemaal door elkaar heen praatten bij het bestellen. Ze was wel erg leuk om te zien, ze deed me denken aan mij kleuterjuf die ik na vijftig jaar nog steeds niet vergeten ben.

Botbreuken

De opkomst viel niet tegen: met zeven man. Fysio-Guus kwam van ver (Haarlem) in de hoop Fysio-Kees weer te zien (Berkel), maar die was er niet. Dus kon Guus niet over spier- en weefselproblemen praten. Daarom wisselde hij maar met Ken wetenswaardigheden uit over gecompliceerde botbreuken na motor-ongevallen en de verschillende manieren waarop je die kunt verbinden. En dat, terwijl de rit nog moest beginnen.

Naakt in een Peugeot

Heel leuk: Michel F. was weer eens van de partij. Die heeft altijd goeie ideeën.  Hij was met zijn Peugeot. Omdat het koud was, en het alleen maar over motorongelukken ging, bood hij aan om ons  in zijn Peugeot rond te rijden. Konden de motoren gewoon blijven staan. Op de een of andere manier werd besloten dat ik achterin en onderop in de Peugeot moest. Maar hoe we ook pasten (op mijn rug, op mijn zij, op mijn buik), zeven man paste niet. Telkens plopte er weer een Daan naar buiten en moesten we weer opnieuw beginnen.

Toen moest van Michel alle motorkleding uit omdat dit heel veel ruimte zou schelen. Weer moest ik onderop. Met twee naakte Daans bovenop me, en daar bovenop een naakte Ken en een naakte Guus. Paul mocht naakt met Jeroen voorin naast een naakte Michel. Maar het paste nog steeds niet. Daarna besloten we toch met de motor te gaan. Michel hebben we achtergelaten met zijn Peugeot. Alle ramen waren beslagen.

Je kan de pont op

Deze rit was echt de eerste keer dat we zonder overdrijving binnen 50 meter elkaar al kwijt waren. Nadat we de motoren gestart hadden reden wij vol gas de veerstoep op naar de dijk en Ken en Guus vol gas de Veerstoep áf de pont op. Niemand die het merkte, behalve het personeel en de automobilisten die stonden te wachten. Ze moeten zich rot gelachen hebben. Dat krijg je ervan als je je laat afleiden door bijzaken als open beenbreuken.

Gelukkig is whatsapp geduldig en vonden we elkaar driekwartier later weer terug bij het volgende pontje in Schoonhoven.

Rijker

Prachtige rit gehad. Zonnetje, fris windje, geen pech, elkaar niet meer kwijtgeraakt, pontje terug en door naar de Breeka waar ze voor ons sinds de snertrit altijd een tafel vrijhouden. Daar weer alle verhalen van vroeger aangehoord (sommige verhalen hoorde ik voor de vijfde keer) en weer gedaan alsof ik ze voor het eerst hoorde.

Om een uurtje of 4 was het zo’n beetje voorbij. Bij iedereen startte de motor lekker vlot, ik moest weer trappen tot het zweet op mijn rug stond. “Hij petst in de carburateur”, vertrouwde Paul mij toe. “Hij staat te arm, hij moet rijker.”

Een waarheid als een koe en een wijsheid voor het leven: “Je bent te arm, je moet rijker.”

Maar hoe? Dat vertellen ze je er nooit bij.