Every Mile a Thrill – Episode 7

Dit is deel 7 van de reis die Aad Samwel maakte over het dak van de wereld in de jaren zeventig. In deze aflevering leert Aad kamikazerijden, leert het verschil tussen blauwe en rode tulbanden kennen en trotseert de Aziatische bureaucratie om vooruit te komen.

Naar beneden gaat altijd sneller dan naar boven, zeker op zo’n oud gebakje als wij hebben. Het is hard werken met het zware zijspan dat nu aan de verkeerde kant van de motor zit omdat we links moeten rijden . Het nemen van de vele haarspeldbochten op volle snelheid is wel erg wennen door deze nieuwe combinatie van factoren en het gaat een paar keer bijna mis, maar na een uurtje gaat het wel wennen. Dat moet ook wel want de komende acht maanden zullen we links moeten blijven rijden. We zien al snel de laagvlakte in Pakistan opdoemen en genieten van de vele uitzichten . Peshawar is ons doel voor vandaag, geen pech deze keer.

 

Nog even de Khyberpas af tot we weer in de bewoonde wereld zijn.

 

De wegen zijn gemiddeld ook wel beter hier, er is meestal asfalt in min of meerdere mate aanwezig. Dat zullen de Engelsen met de sultans hebben geregeld in die goeie oude tijd. Dat was in oost Turkije wel anders, daar was alles onverhard zodra de weg een groter stijgingspercentage had van meer dan 2%. We vinden weer een staplek voor de tentjes in een parkachtige omgeving. We zijn weer de enige met een tentje, er komen vanaf hier nog wel toeristen, maar altijd met een min of meer verbouwd busje, landrover of camperachtig vehikel. We komen wat Australiërs tegen die onderweg zijn naar Engeland om daar wat te werken en familie te bezoeken. Hier en daar nog een hippiebus met baarden en flower power versierselen en wat reizigers die alles met openbaar vervoer doen, zoals Hilda en Godfried. Geen motorrijder uit het westen meer te zien in elk geval .

De volgende dag op zoek naar de ambassade voor het nieuwe paspoort. We worden netjes te woord gestaan, maar moeten 10 verklaringen ondertekenen en er gaat een onderzoek volgen. Het kan wel 10 tot 14 dagen duren vóór er een nieuw paspoort komt. Frank en Trudy besluiten maar om alvast te vertrekken, die willen zien of ze vanuit New Delhi of Kathmandu naar Indonesië kunnen vliegen omdat ze daar nog familie roots hebben. We blijven achter en proberen een vliegtuigje te organiseren om naar Gilgit te vliegen, hoog in de Karakorum. Gilgit ligt in een prachtige hoog gelegen vallei met een gesloten cultuur waar de mensen naar zeggen gemiddeld 105 jaar oud worden. Het is echter al najaar en elke morgen horen we dat de vlucht met het 6 persoons vliegtuigje weer niet doorgaat omdat het weer in de bergen te slecht is. Ondertussen maken we kennis met wat jeugdige Europeanen die iets met de ambassades te maken hebben. Die regelen bier en lekker eten via hun ambassade contacten, en we maken er een paar onderhoudende avonden van. Bier is normaal niet te krijgen hier natuurlijk, en streng verboden buiten de ambassade, maar smokkelen lukt ons al aardig. Elke 2 dagen naar de Nederlandse vestiging om te vragen hoe het staat met onze aanvraag, en zowaar lukt het na 8 dagen al om het nieuwe paspoort af te mogen halen na nog 1 werkdag. We kunnen verder in elk geval en rijden dit saaie deel van Pakistan snel door richting Amritsar in India.

Locaal goederen transport

De wegen zijn druk met vrachtverkeer, wel mooie opgetuigde karren, maar omdat we nu links moeten rijden is het extra opletten. De meeste chauffeurs hebben pas op het laatste moment in de gaten dat er ook nog een zijspan aan de motor hangt, en omdat de vrachtauto’s meestal midden op de smalle tweebaansweg rijden moeten we elke keer de berm induiken. Die is echter óók druk met fietsers en voetgangers, kamikaze rijden dus en erg wennen. We vinden weer een slaapplek, nu in een soort overheidsgebouw, waar normaal ambtenaren in slapen als ze in de provincie op bezoek zijn.

Tijdens een wandeling worden we meegesleurd in een trouwstoet, moeten de zelfgestookte bimber drinken en vallen doodmoe en lam na deze drukke dag in slaap op een echt bed, het eerste sinds weken.

We vervolgen de route langs Rawalpindi en Lahore. Het is alweer een drukke weg , maar we willen nu echt naar India , we nemen deze niet al te fraaie route dus maar voor lief.

Beneden hutjes met strooien daken, links droogt de koeienstront voor de brandstof.

De dag erop niet zo fris op, maar toch de weg naar Amritsar in India ingeslagen. Bij de grenspost Attari is het een chaotische boel. Pakistan en India hebben al sinds de scheiding ruzie over diverse grensgebieden, er is regelmatig bijna oorlog, en de grens is gesloten voor voertuigen van elkaar. Handel is echter van alle tijden en ook hier is een oplossing voor gevonden. De vrachtauto’s worden vóór de grens gelost, en de balen met goederen worden door sjouwers naar de grens gebracht.

De Pakistaanse sjouwers hebben blauwe tulbanden en de Indiase sjouwers hebben rode tulbanden.

Precies op de grens worden de balen van een blauw hoofd overgedragen aan een rood hoofd en vice versa als de goederen de andere kant op moeten. Het is een gekrioel van jewelste met al die tulbanden en we vinden maar moeizaam onze weg naar de echte grenspost.
Ter plekke controle van al de documenten, en natuurlijk is er weer wat te mekkeren. Ons carnet de passage van de motor is niet in orde volgens de ambtenaren. Dat het in Afghanistan en Pakistan wél in order was is geen excuus. Volgens deze ambtenaar staat het zijspan niet expliciet aangegeven op het carnet dus mogen we alleen met de motor erin. Het zijspan mag niet mee….. . Dat is natuurlijk niet de bedoeling, we kunnen niet zonder verder, omdat er een solo zadel opzit en de bagage ook nog mee moet. We blijven soebatten, maar het lukt niet. Tegen de avond besluiten we ons tentje maar op te zetten naast de weg op een meter of 20 afstand van de grenspost. Dat is natuurlijk ook niet goed volgens het leger ambtenaren, maar er is weinig alternatief. We willen/kunnen niet terug, en mogen ook niet door, blijven dus maar. Wíj hebben tijd zat.
Er komen wat politie en andere ambtenaren kijken wat we aan het doen zijn, er wordt achter de schermen overlegd denk ik, want na een paar uur krijgen we te horen dat we toch door mogen, het zijspan wordt er met de hand bijgeschreven. Het is al laat, we gaan maar slapen op deze rumoerige plek, en vertrekken de volgende morgen vroeg . De grenspassage verloopt nu ineens erg snel, we zijn nu bekend in de hele organisatie hier en ze willen zo snel mogelijk van die gek op die motor af.

We hebben India bereikt, het is een groot land maar we hebben een visum voor 3 maanden en we willen dus flink rondkijken hier.