EVERY MILE A THRILL * Episode 13

In deze episode van Aad Samwel’s reis over het dak van de wereld in de seventies, maakt hij kennis met lijkverbrandingen, komt er een eind aan vreselijke pijnen en breekt de burgeroorlog uit in Afghanistan. Lees hieronder hoe hij dit allemaal doorstaat.

We verlaten Pokhara en alsmaar dalend zakken we langzaam af naar de grote Gangesvallei in India. Ik heb de neiging om weer eens voluit te gaan op de motor, we blijven maar dalen op een mooi stuk weg en de motor wil wel meewerken nu hij minder hard hoeft te werken. Dit moet ik al snel bekopen natuurlijk, de weg houdt plotseling op en al glijdend en glibberend weet ik het gevaarte maar net op de weg te houden. De kloven zijn diep en enige vorm van bescherming is er niet langs de wegkant, oppassen dus en ik pas onze snelheid weer danig aan door de omstandigheden gedwongen. De hele dag rijden en glibberen we naar beneden en via Tansen, Butwal, Siddharthanaga komen we in Lumbini Sans-Kritik. We hebben zonder kritiek te leveren aangehoord en geloofd dat hier de Boeddha geboren is. Er zijn inderdaad wel wat veel tempels hier voor zo’n klein stadje, maar die zijn hindoeïstisch zo te zien. Er is wel een shrine te zien die er iets mee te maken heeft, maar het is allemaal nog niet zo duidelijk en overtuigend.

Het lijkt een beetje op het verhaal dat Jezus in noord India van zijn 13e tot zijn 28e en verder na zijn wederopstanding geleefd heeft. We kunnen er geen brood van bakken terwijl we hier zijn, peacefull is het wel, (Nu ik dit weder opschrijf zijn de bewijzen wel vrij overtuigend geleverd, ook over het Jezus-verhaal. Zoek o.a. op YouTube de film Jesus in India). We brengen weer wat dagen door in de omgeving, hier is het nog te doen met 30+ graden maar om verder India in te rijden is nog te vroeg. We moeten wachten op de eerste moessonregen, die is laat dit jaar. Na een paar dagen rondhangen in en om de tempelcomplexen start ik de WLA weer en rijden verder India in. Via een stop nabij Gorakpur komen we in Benares (nu Varanasi) aan.

Veel lijkverbrandingen

Deze meest heilige hindoeïstische stad aan de Ganges kunnen we niet overslaan natuurlijk. We hebben al veel gezien van religie-uitingen onderweg, maar dit is wel de meest grote en omvattende vorm. Iedere hindoe wil na zijn verscheiden uit het aardse op de oevers van deze meest heilige rivier de Ganges gecremeerd worden en zijn as laten meevoeren naar de oceaan. Pragmatisch hindoeïstisch gedacht is de kans dat hij in een volgend leven in een hogere kaste op aarde terugkeert natuurlijk veel groter als dit juist hier gebeurd. Het is dan ook een drukte van jewelste, zodra de zon op is worden er tientallen lijken verbrand, vaak op te weinig hout, dat is schaars hier. De resten worden in de rivier gekieperd tussen de honderden gelovigen die zich ritueel wassen in dit meest heilige water. We varen in een klein bootje met een roeier langs dit spektakel omdat er vanaf de oever geen doorkomen aan is in die drukte en we willen dit allemaal eens goed laten binnendringen.

Holy men

De stad trekt natuurlijk veel Holy men aan, deze sadhoes in hun vodden of kleurrijke gewaden gekleed met lange baarden en haren komen we overal tegen. Ze doen eigenlijk niks, het lijken wel hippies. Wat bedelen, wat geks doen en zo overleven ze tot ze doodgaan om de volgende keer succesvoller op aarde terug te komen. Eén staat al 30 jaar met zijn linkerarm recht omhoog en deze arm is verschrompeld tot een dorre tak. Een ander heeft een been en een arm zo vreemd om zijn lichaam gewikkeld zodat die er bijna mee vergroeid zijn en geen functie meer hebben. Heilig zijn ze wel en de pelgrims die hier komen om ritueel te baden of te sterven aan de Ganges geven gul om er in het volgende leven beter voor te staan.

Zeep?

Het is druk en overweldigend, we zijn echt weer terug in India, de massa’s mensen krioelen door de straatjes en steegjes, het is tegen de 40 graden en we besluiten om het na een paar dagen voor gezien te houden en weer op de motor te stappen. Via Lucknow rijden we naar Bareilly. Het weer begint om te slaan, het regent soms wat, maar een echte moesson is het nog niet. Onderweg slapen onder de afdakjes met touwbedden bij een restaurantje lukt sommige nachten wel weer, een enkele keer vinden we een Dak bungalow waar we voor een zacht prijsje kunnen slapen en baden. Baden is hier overal mandiën, je gooit met een teiltje koud water over je kop want warm stromend water met een douchekop is een zeldzaamheid. Zeep bestaat niet, alleen een soort sunlight wat hier wegens de oude patentrechten natuurlijk moonlight soap heet. Ik ben nog steeds niet helemaal goed maar de toiletten zijn hier zo smerig dat ik menig boom moet bemesten. Langzaam begin ik overal pijn te voelen, ik val af en laat me masseren langs de weg net als de truckchauffeurs die 7 dagen achtereen bijna non stop doorrijden.

Brieven en kleding

We doen het rustig aan en onderweg in de dorpjes en steden het dagelijks leven weer eens opgenomen. De meerderheid is analfabeet, er zit dus een mannetje met een typemachine in elk winkelstraatje te wachten op klanten die een brief moeten schrijven naar de overheid. Er naast zit dan een mannetje met een singer naaimachine uit 1933 te wachten op klanten die in de tientallen stoffenwinkeltjes eromheen wat stof gekocht hebben. De mode is beperkt, de vrouwen dragen een sari, dat is een rechte lap stof met eronder een eenvoudig tuniek. De mannen een dothii, een lap dunne stof die zo gewikkeld wordt dat het een slobberbroek lijkt of een lungi, een soort sari voor mannen. Eroverheen een slobberhemd of helemaal niks als je arm bent.. Hier is alles bijna altijd wit, maar in andere delen van India meer gekleurd en meer verzorgd.

Tips en tricks

Er word met mankracht heel wat heen en weer gesjouwd op handkarretjes of schouders met als luxe transport de ossenwagens. Er tussendoor het gesnerp van de nieuwe tweetakt riksja’s. Gelukkig is 90% nog fietstaxi hier, we stappen wel eens in en dan heeft zo’n klein mannetje het wel moeilijk, vergeleken met de Indiërs zijn we toch wel zwaar uitgevallen. Na Bareilly rijden we door naar New Delhi, we willen de Harley-riksjarijders met de onderdelen man daar wel weer ontmoeten en we moeten er toch heen om de visa voor de rest van de reis te regelen. Ik wordt weer niet lekker en bij Kitty begint het ook al en we laten regelmatig wel weer wat achter een boom liggen na een korte stop. Misschien is er in Delhi wel wat aan te doen. In Delhi de camping snel gevonden. Er zijn wat meer reizigers met omgebouwde busjes, maar we kennen niemand meer, dat is nieuw. Meestal vinden we op deze doorgangpunten wel bekenden maar nu is iedereen die hier vorig jaar was al lang weer terug. Wij zijn nu degenen met de tips en tricks voor de nieuwkomers. We wisselen weer allerlei informatie uit en horen dat het in Afghanistan hommeles is. Er schijnt een soort burgeroorlog aan de gang te zijn, maar niemand weet er het fijne van.

Reviseren op de stoep

Het zijkleppaleis van India wordt ondertussen door ons regelmatig gefrequenteerd. De familie Singh is best aardig, het zijn ook geen hindoes maar Sikhs en we worden zelfs bij de familie thuis uitgenodigd. Dat gebeurt bij de hindoes nooit omdat door ons het hele huis onrein zou zijn met grote gevolgen. Ik breng veel tijd door bij de Harleyshop, koop wat onderdelen hier en daar om naar huis te sturen, schiet filmpjes vol in de werkplaatsjes en op straat waar hele versnellingsbakken even gereviseerd worden. Voor de winkel lijkt het wel de stoep van Abspoel, onze eerste voorzitter van de oldtimers waar ook elke zaterdag op de brede stoep van alles en nog wat gereviseerd werd. Met de Harley-riksjamensen heb ik gesprekken over de Harley-techniek en mag zelf een keer een stuk rijden op zo’n 8 persoons Harley. De gearing is zo aangepast dat hij niet harder kan dan 50 km/h maar het is ongelofelijk dat die oude zijklepper in deze hitte dat allemaal aankan. Ondertussen elke dag naar ambassades om visa’s aan te vragen en op te halen en inderdaad die van Afghanistan is moeilijk.

Visum Afghanistan

Uiteindelijk krijgen we na veel gezeur een transit visum voor één week. Dat moet net lukken want het is 5 dagen volle bak rijden om er doorheen te komen. We zijn toch opgelucht, want bovenlangs is door de Sovjet republieken en dat mág niet op de motor en onder Afghanistan door via Quetta is 1.400 km zandbak en daar komen we met die 600 kg zware motor niet doorheen. De hele dag door sjouwen in deze drukke metropool houden we ook niet vol. Er wordt dus veel met andere reizigers gekletst, soms gaan we met een groepje ergens heen om weer wat te ontdekken. Op andere middagen als het te heet is lezen we veel. Van alle boeken die ik op de heenreis meegesleept heb, zit er nog maar één in de boekentas in het zijspan en dat is de Engelse druk van ‘Zen and the Art of Motorcycle Maintenance’ van Pirsig. Ik heb het nu twee keer gelezen en dat was wel nodig want op de heenreis was mijn Engels net aan op Mulo niveau. Onderweg zijn alle boeken in de tas al een aantal keren geruild en de laatste zes maanden hebben we eigenlijk alleen nog Engels gelezen. De conversatie met Denen, Australiërs en Nieuw Zeelanders gaat verder ook allemaal in het Engels en we dromen nu ook in het Engels dus Pirsig lezen voelt nu geheel anders dan 8 maanden terug.

Nierstenen

Bij een bezoek aan het grote zinken urinoir op de camping krijg ik het plotseling erg benauwd, er volgen een paar verschrikkelijke krampen en vervolgens pis ik ploink, ploink, ploink 3 grote nierstenen uit. Opgelucht natuurlijk en de krampen uit Nepal hebben nu ook een verklaring. Hoop dat ik me vanaf nu weer tiptop ga voelen want het is nog 13.000 km terug naar huis. Het wordt inderdaad tijd om weer te vertrekken. De Harley wordt weer opgetast met alle noodzakelijkheden en ik vind nog wat plaats om grote originele onderdelen zoals een achtervalbeugel en pantserplaat te bevestigen. Ik heb toch wel aardig wat origineel spul gescoord hier, het meeste is al opgestuurd in met jute dichtgenaaide pakketten maar die heel grote onderdelen toch maar zelf meegenomen. Alle export pakketten moeten in een jute omhulsel genaaid en met rode lakzegels verzegeld zijn anders accepteert de post het niet. Dat heet werkverschaffing want het is allemaal handwerk, maar ook wel veilig want er kan niemand meer bij om er wat uit te halen of om er drugs erin te stoppen.

Regelmatig de berm in

Uiteindelijk had alles weer zijn plek en volgepakt reden we eerst langs Delhi Autocyle om afscheid te nemen van de familie Singh en de riksjamannen. Via Chandigarg willen we naar Amritsar om daar weer wat nachten te blijven. De WLA draait goed, de compressie is nog steeds prima met die toto zuigers en we schieten flink op ondanks de drukke anderhalfbaans weg. Het blijft wel oppassen, ik moet toch weer regelmatig de berm of meestal de rijstvelden in omdat ze niet zien dat er een zijspan aanzit. Eén keer moet ik weer een boertje inschakelen met wat ossen om de motor eruit te laten trekken, maar ik ben nu aan alles gewend, zo is het leven en rijden hier. Na twee dagen rijden we opgelucht de kampplaats bij het hippiehotel in Amritsar binnen, kokkie verwelkomt ons hartelijk en we komen weer even bij. We zijn de laatste zes maanden natuurlijk in aanraking gekomen met alle geloofsuitingen in de meest bizarre vormen. Via de Islam, het hindoeïsme, de Sikhs, het boeddhisme, de zororasters tot de Bagwan en SaiBaba en andere goeroes zijn we nu weer in het Sikh walhalla beland. De familie Singh (= leeuw) uit Delhi zijn natuurlijk ook Sikhs, dat is iedereen met de naam Singh. Dit uit het hindoeïsme en islam voorkomend geloof is wel het meest verwant met hoe wij als westerlingen omgaan met geloof.

Uiterlijke kenmerken geloof

In het dagelijks leven niet teveel beperkingen qua voedsel en levensstijl, wat uiterlijke kenmerken die laten zien wat je gelooft en een centraal gezagspunt met een kerk of tempel. Ik draag ondertussen al de stainless steel armband die zo gemaakt is dat hij nooit meer afgedaan kan worden, ik draag nog niet de speciale kam in mijn wel ongeknipte haar en draag niet de dolk die verplicht is als man van eer. Ik ga me ook echt niet meer binden aan wat voor geloof dan ook na dit jaar. Ik heb genoeg gezien, gelezen en geleerd dit jaar om mezelf spiritueel genoeg te kunnen opladen voor een goed leven.

Het heilige der heiligen

Bij de Sikhtempel moeten de schoenen weer uit weer uit en hier moet je ook je voeten wassen voor het entree in de tempel gemaakt kan worden. Het is een schimmelig badje waar we het straatvuil moeten afspoelen en we hopen maar dat we geen schimmel of ergere infecties oplopen hier. Doordat ik de armband van de Sikhs draag en met mijn ongeknipte lange haar mag ik nu wel het heilige der heiligen in en kom zéér dichtbij het gouden boek in de gouden tempel van de Sikhs in Amritsar. Hier worden 48 uur lang de volledige heilige teksten van de oprichter Nanak hardop gereciteerd door een man of vier. Deze Nanak was in 1469 Luther en Calvijn dus al voorgegaan als reformeerder van een bestaand geloof. Het is een stuk minder uitbundiger dan in de hindoetempels maar ik mag hier wel filmen dit in tegenstelling tot alle moslim en hindoetempels waar dit niet mag, áls je er al in mag als ongelovige.

Amritsar is ook een drukke provinciestad, er wordt gewerkt. Er is vrij veel kleine industrie en de straten zijn vol met zwoegende arbeiders, dat zie je in Zuid-India niet. Die Sikhs zijn wel ijverig en betrouwbaar en niet voor niets zijn ze overal te vinden in het oude Britse imperium op plekken waar betrouwbaarheid gewenst is en waren de elite-troepen van de Britten vaak Sikh regimenten in het verleden.

Burgeroorlog?

De laatste berichten die we horen van de weinige reizigers die vanuit het westen aankomen zijn niet erg opbeurend, in Afghanistan schijnt echt een burgeroorlog aan de gang te zijn. Iets met communisten die door Rusland gesteund het oude regime omver werpen, daar zitten we niet op te wachten op onze met USA registratie en witte geallieerde sterren beschilderde motor. We gaan het toch maar proberen, er zit niet veel anders op, beladen de motor weer en vertrekken richting Pakistan.