Epic Movie: The Dredgemasters
Je moet wat tijdens de Corona. Wij besloten af te reizen naar een klooster, diep in de Brabantse wouden, tegen de Belgische grens aan. Ze verkopen daar door het raam lekker bier met wat erbij. Allemaal “to-go”. De stoelen opgestapeld, dus iedereen hangt tegen plantenbakken, geparkeerde auto’s en – in ons geval – dampende motoren. De tocht naar het klooster heeft geleid tot een epische verfilming: The Dredgemasters. Oftewel: De Baggeraars.
(Bekijk de film onderaan dit stuk)
Om Paul v. L. ertoe te verleiden om mee te gaan, had ik beloofd om zo veel mogelijk snelweg te rijden (doet hij het liefst) gevolgd door een klein stukje onverharde bosweg naar het Klooster waar een ijskoude Tequilla voor hem klaar zou staan.
Hij stonk erin.
Het eerste stuk klopte vrij aardig. De A16 en de A58 gaan behoorlijk rechtdoor en hebben links en rechts een vangrail waar je je aan vast kan houden als je moe wordt. Maar bij de bocht van de A16 naar de A58 (waar we flink moesten afremmen omdat je er maar met 90 doorheen mag), wachtte Paul de eerste verrassing: de uitvoegstrook naar Chaam.
Military
Veel clubleden kennen Chaam van vroeger, toen we nog treffens hadden waar je zonder mondkapje met meer dan drie personen samen mocht komen. Immers, de weg door Chaam leidt naar de Ponderosa in Ulicoten, waar onze Zusterclub (of is het Sissy-club?) hun leuke treffens hielden. Maar dat was vroeger. Overigens heb ik daar tien jaar geleden het idee voor deze trip opgedaan. We gingen toen onder leiding van Edgar tientallen kilometers over onverharde wegen. Edgar noemde die rit een ‘Military’, de Liberators vonden het prachtig, het was een feest. Ik ben dat nooit vergeten, maar Paul wist van niks.
In Chaam stonden Simon en Evert S. klaar. Simon op de Liberator en Evert op de BSA… nee de Landrover. Voor de zekerheid, want Simon had al eens tot zijn naven in de bagger gestaan. Paul voelde nattigheid.
Prikkeldraad
Er volgden wat koffie, koeken en kletspraat (“kan die oerendhard, zo’n Landrover?”) zouden we met zijn vieren naar het Klooster rijden. Simon voorop, Evert achteraan voor het camerawerk. Er volgden 500 meter asfalt, 700 meter klinkers en daarna 20.000 meter bagger, links en rechts afgezoomd met roestig prikkeldraad om je aan vast te houden als je moe zou worden. Tussendoor: waterpartijen, zand, bladermassa’s.
En Paul? Paul voelde nattigheid. Al na 200 meter ging het rubber de lucht in en Paul richting prikkeldraad. Grote wolken stoom stegen op van zijn motor en onttrokken hem aan het zicht. Eigenlijk schrok best wel. Had ik hem hierop moeten voorbereiden? Maar toen de mist het veld op dreef stond hij daar godzijdank te lachen naast zijn motor. We hebben hem overeind geholpen en daarna was het mijn beurt.
Wegspuiten
Eigenlijk weet je niet wat er gebeurt. Je ligt gewoon opeens naast je motor. Je hebt daarvoor al best wat keertjes een uitbraakpoging meegemaakt en die netjes gecorrigeerd. Maar de keer dat het misgaat, die ervaar je eigenlijk niet eens. Je ziet je motor opeens van een hele andere kant: de onderkant. Het achterwiel ploegt gewoon door, want tijd om te ontkoppelen was er niet. De stukken blubber vliegen door de lucht. Het andere wat opvalt is de reacties van anderen: niemand helpt je. Iedereen grijpt naar zijn mobiel om je te filmen. Je moet dus heel snel zijn om een eeuwige publieke vernedering op internet voor te zijn. Hup overeind, motor overeind en wegspuiten voor ze iets hebben kunnen filmen.
Je kunt wel zien dat ze ten zuiden van de rivieren een stuk achterlopen in de ontwikkeling van ons land: onverharde wegen in overvloed. En dat gaf Simon een ongelofelijke voorsprong. Wat wij als handicap zagen (diepe plassen, diepe voren of mul zand), dat was voor hem gesneden koek. Hij moest regelmatig op de brekebenen van boven de rivieren wachten en viel zelf geen enkele keer.
Geen Tequila
Na enkele tientallen kilometers bereikten we het Klooster. Voor de zekerheid zetten we ruim van tevoren onze sirenes aan zodat de Monniken ruimte voor ons konden maken.
Als dank voor een onvergetelijke rit hebben we Simon en Evert getrakteerd op het een en het ander. Paul kreeg géén Tequila. Uiteraard hebben we vol bravoure en heel uitgebreid over onze motoren en onze stuurmanskunsten verteld aan de toegestroomde belangstellenden. Maar omdat we echt helemaal onder de bagger zaten zullen ze dat wel met een korreltje zout hebben genomen.
Jammer genoeg spoelde op de terugweg de meeste bagger van ons af. We kwamen in een ongelofelijke bui terecht waardoor het soms daadwerkelijk nodig was om ons aan de vangrail vast te houden. Er zit dus niks anders op dan – zodra het kan – terug te gaan naar Chaam voor The Dredgemasters II. Het ziet er namelijk best stoer uit: je liberator onder de bagger!
Wie mee wil werken aan The Dredgemasters II kan zich melden bij de tourcommissie. Dan krijg je een seintje als we weer mogen
Wie het kunstwerk van Simon S. wil bekijken, klikt hier