De rit zonder naam

Net zoals er merkloze artikelen zijn in de supermarkt, zo hebben wij naamloze ritten. Grijze ritten, buiten de officiële tourkalender om en tot grote ergernis van de tourcommissie. Stuntritten, alleen voor snelle beslissers en rittenjagers. Afgelopen zaterdag deed Paul van L. een duit in het zakje. Wie volgt?

Het is een bekend verschijnsel: The Oldtimers gaan rijden (of nog erger: kamperen) en het weer slaat om: regen! Om de weergoden te foppen, kun je buiten de tourkalender om natuurlijk ook ‘spookritten’ houden. Heeft Gerrit Hiemstra niks in de gaten.

Dat gaat zo: je kijkt naar buiten, je denkt “hee mooi weer” en je gaat motorrijden. Het liefst met je vrienden. Uitdaging: hoe bereik je die? Vroeger was dat makkelijk. Je had de post van de PTT, telefoon met een kringelsnoer, telex en later kwam de fax. Tegenwoordig is dat een stuk moeilijker. Je moet de beschikking hebben over Feestboek, een email-programma en zonder smartphone gaat dat allemaal niet meer lukken. Maar met een beetje ondersteuning van leden met een internet-aansluiting, kan het toch zomaar voorkomen dat er tien man op je stoep staat.

Starry night

Toen ik zaterdagmorgen een kwartier te vroeg aan kwam (Lib heeft wat start-problemen, moest nog tanken onderweg en rekende op een half uur vertraging, maar dat werd een kwartiertje), stond Paul van L. nog een beetje onzeker in zijn telefoon te staren. “Normaalgesproken navigeer ik op de sterren,” aldus Paul. “Maar de zon schijnt volop en er is geen ster te zien.” Met de hulp van zijn zwager Jef (lid sinds dit weekend!) moest de route dus uit Paul zijn telefoon komen. Wat heeft die Jef een geduld zeg!

De deal die Paul met Froukje sloot was perfect. Als Paul beloofde heel lang weg te zijn, wilde Froukje wel voor ons allemaal koken. Henk van de Hengel mocht iets uitkiezen uit het kookboek van Froukje. Natuurlijk koos hij het duurste en moeilijkste gerecht.

Heen-en-weer/heen-en-weer

Na een minuutje of tien trappen kwam mijn Lib hoestend en niesend tot leven en gingen we met zijn tienen op pad. Paul had het maximale aantal pontjes in het vooruitzicht gesteld, en ik maakte me daar behoorlijk wat zorgen over. Ik zou niet de eerste zijn die op een pont zou worden achter gelaten tijdens een rit. (Ik kan me nog herinneren hoe -ik dacht- Henk Baard zeker drie keer tussen Schoonhoven en Nieuwpoort heen en weer gevaren is voordat zijn blauwe bovenmaatse zijklepper weer van boord wilde.)

De overtocht tussen Bergambacht en Groot-Ammers viel mee. Hij deed het meteen. Wat zou dat toch zijn? Nooit startproblemen gehad! Bij een warme motor geen probleem, maar zodra hij afkoelt wordt hij snotterig en gaat hij niesen.

Na een rondje Kinderdijk vetrokken we richting Gelderland en al snel bleek dat Paul niet van korte rondjes houdt. Of dat hij een man van zijn woord is: niet te snel weer thuis. Ondertussen maakte ik me al weer zorgen over het volgende pontje: Kop van het Land? Ook Dussen kwam wel heel erg dicht bij. Maar telkens nam de tocht een verrassende wending.

Wulste Willem

Net voor het pontje Beusichem-Wijk bij Duurstede besloot Paul dat het genoeg was en kon ik de zenuwen afgieten in het toilet. Dat het tijd was voor een tussenstop, bleek wel uit de vraag van Willem van Vliet (waarom noemt iedereen hem toch Wulst?): hij wilde weten of er nog kamers vrij waren.

Jef en Paul hadden strategisch gekozen voor een zitplaats bij de haard. Maar omdat die op ongeveer 20 centimeter achter hun achterhoofd zat ingemetseld in de muur, konden we niet al te lang blijven. Dat zou tot blijvend letsel hebben geleid.

Buiten gekomen werd mijn angstige voorgevoel waarheid. Terwijl ik op de kade nog stond te trappen, zag ik hoe de club aan boord ging en vertrok naar Wijk bij Duurstede. De enige die medelijden met mij had was Wulst (waarom noemt iedereen hem toch Willem?). Ik zal niet snel vergeten hoe begripvol hij mij moed insprak: niet te veel gas, de hendel op één plek houden, trappen en blijven ademen. En verdomd, hij deed het. Wulste Willem bedankt. Een echte ANWB’er.

Soep en quiche

De terugrit verliep verder gladjes. In Gouda bleek ook Froukje een vrouwkje van haar woord te zijn: er stonden twee pannen dampende heerlijke soep. Om Henk van de Centjes te intimideren had ze ook een paar ovenschalen met quiches gemaakt. Froukjes vertaling van ‘eat your heart out Hank’, oftewel: mij maak je niet gekke Henkie. Het was meer dan smullen, het was ovenheerlijk.

Uiteindelijk leverde de tourrit mij ook het nodige advies op voor het verhelpen van het startprobleem. Gewoon valse lucht. Thuis eindelijk die enorme sleutel weer eens kunnen gebruiken om de moeren van het inlaatspruitstuk aan te draaien. Zat behoorlijk wat ruimte op.

Ik ga hem zometeen uitproberen. Gaat er nog iemand mee?

Art