De Japanse Harley-Davidson

Bij de foto: Na een handige deal verhuisde een complete Harley-Davidson fabriek naar Japan resulterend in de Rikuo VL1200

Dit artikel is ingezonden door Reinoud van der Heijden en verscheen eerder in Auto Motor Klassiek – door Peter Ecury.

Harley-Davidson eigenaren en berijders hebben het doorgaans niet zo met Japanse motorfietsen. Een Harley heeft nu eenmaal meer charme, een mooier rustuitstralend (zwaar) geluid in rustige tonen en kan bogen op een ‘bevrijdende’ geschiedenis.

Wat niet velen weten is, dat er ook Japanse Harley-Davidson’s bestaan… In de begin jaren dertig werd het keizerlijke Japanse leger van overheidswege verboden om machines en onderdelen te importeren en dan vooral strategisch belangrijk ‘spul’. En aldus ging de legerleiding ‘op pad’ om fabrikanten ervan te overtuigen dat zij hun productie of een deel van die productie beter over konden hevelen naar Japan.

In het land zelf had men in Tokio de firma Sankyo Seiyaku,

een toen al groot bedrijf dat tegenwoordig nog bestaat en zich bezig houdt met farmaceutische artikelen, bereid gevonden een motorfietsfabriek op te richten. Het Japanse leger gebruikte al
jarenlang tot volle tevredenheid de ‘1200 Flathead’ van Harley en wilde graag de innige contacten verstevigen. Een belangrijke delegatie reisde in 1932 af naar het hoofdkwartier van de Amerikaanse motor fabrikant gevestigd in Milwaukee en wist daar na heftige onderhandelingen, de complete fabriek waar eerdergenoemd motorrijwiel geproduceerd werd, over te nemen. Plus alle rechten. Dit model Harley-Davidson kon dus probleemloos in Japan gebouwd worden. Ook Amerika had te lijden onder de recessie. Het geld voor het terrein, de wederopbouw en het loon voor een honderdtal ijverige Japanners werd gefourneerd door het Japanse leger.
Speciaal hiervoor werd onder de vlag van Sankyo Seiyaku de firma Dabittoson Harley Motorcycle Company opgericht; het product werd Harley-Davidson ‘Road King’ genoemd en was ook in civiele uitvoering
leverbaar.

 

In 1933 werd de complete fabriek gedemonteerd,

ingepakt en verscheept naar Japan waar het complex in Kita-Shinagawa weer zorgvuldig werd opgebouwd. Vanuit de Verenigde Staten werden verschillende Harley techneuten opgestuurd die de productie op gang moesten helpen en begeleiden. Harley leverde ook alle technische knowhow, de betaling van het geheel werd door Sankyo over vier jaar uitgespreid De fabriek draaide al snel op volle toeren, de Road King werd ook als Rikuo in de markt gezet en werd hoofdzakelijk aangeschaft door welgestelde Japanners De legeruitvoering stond bekend als de Type-97 Het succes deed de directie van Sankyo besluiten de naam van de onderneming in 1936 te veranderen in Rikuo Nainenki KK (Rikuo Internal Engine Co.Inc.) Datzelfde jaar zag men vanuit Milwaukee nog meer licht aan het eind van de tunnel en werd geprobeerd om de nieuwe EL Knucklehead ook door Rikuo te laten bouwen.
De Japanners vonden die machine echter té slecht en dat betekende onder de streep het begin van einde van de tot dan toe prettige relatie.

Ook tijdens de inmiddels opgelaaide 2e Wereldoorlog bleef Rikuo de ‘1200 Flathead’ bouwen,

waarbij nog eens vijf andere Japanse construcrtiebedrijven werden ingezet om aan de vraag voor de legermachine Type-97 te kunnen blijven voldoen Daaronder ook de firma Meguro en Orient industries dat wij decennia later als Mazda leerden kennen… Men ging zelfs zo ver dat machine en zijspan een achteras met differentieel kregen om ook het wiel van de zijspan aan te drijven, want dat was absoluut noodzakelijk gebleken in het toch wel modderige terrein van de Filippijnen en Mantsjoerije. De beslissing van Harley-Davidson om in 1932 zaken te doen met Japan werd, ondanks de inval van het Japanse leger in Mantsjoerije, niet als omstreden beschouwd. Sankyo was tenslotte een civiele onderneming en wist men in de States niet anders dan dat de boel niet gefinancierd werd door het keizerlijke leger. Ook toen draaide de wereld eigenlijk alleen maar om geld. De ‘1200 Flathead’ bleef tot het einde van 1945 in productie. Overigens, bij Sankyo hult men zich in diep zwijgen over deze zijsprong, wil men er tegenwoordig niets (meer) van weten. Misschien maar beter ook? De ‘deal’ met Harley-Davidson eindigde overigens in 1950 toen de boel werd verkocht aan de firma Showa. Hetzelfde bedrijf dat nog steeds onderdelen levert aan Harley-Davidson… De laatste Rikuo ‘Blue Paint’ rolde in 1958 van de band en werd Harley-Davidson weer Amerikaans.