Kevin’s eerste solotrip episode IV

Ik smeer weer een broodje voor onderweg en ga op pad. Ik rijd richting het dorpje waar ik boodschappen doe. In dit dorpje genaamd Putzfeld, rijd ik de berg op, via kleine straatjes met mooie huizen rijd ik omhoog het dorpje weer uit. De asfaltweg houdt op, maar het onverharde pad kronkelt gewoon verder de berg op. Ik heb na gister de smaak te pakken wat off road betreft, en jakker door naar boven. Het terrein wordt steeds ruiger en het pad steeds smaller. Ik denk nog even of dit wel slim is om te doen, maar ik wil de top van de berg halen. Ik ben op m’n hoede en rijd nu gewoon door een bos naar boven toe! Bijna boven kom ik uit een haarspeldbocht en moet een helling van ongeveer 5 meter hoogteverschil over een afstand van 10 meter trotseren. Ik moet uitwijken voor een grote puist die uit de grond steekt en rijd de oude ploffert op een opstaande ribbel links naast me. De motor slaat af en het enige wat ik kan doen is met ingeknepen voorrem weer naar beneden glijden.

Poging 2: motor aangetrapt…, in z’n 1…, ik weet nu waar die puist zit dus daarom heen…, vol gas en braaap!!! ik ben boven, vol adrenaline, en het hart in m’n keel, pijn in m’n flikker maar ik ben boven. Ik kom op een groot veld uit waar ik de motor in het midden parkeer. Doe mijn helm af, doe m’n vessie uit (ik heb het bloedheet) en neem afstand van de motor. Ik steek een peuk op en vol euforie denk ik bij mezelf: ja man!!! dit is waar die machine voor gemaakt is, oersterk en built to last. Vol verwondering kijk ik naar de machine van een afstand. Wow!!!

Eenmaal bijgekomen loop ik wat op het velt en door een stukje bos, vindt wat zwijnenkeutels en wat mais op de grond. Aan de rand van het velt staat hoog op zijn poten een jagershut. Dat is een mooie plek om wat foto’s te maken. Ik klim de jagershut in (ik denk dattie zo’n 8 meter boven de grond staat, en geniet van dit uitzicht, maak wat foto’s en klim weer naar beneden.

Ik besluit om weer naar beneden te gaan met de oude ploffert en moet weer via de steile helling omlaag. Je begrijpt dat dit een nog grotere uitdaging voor me was, maar kalmte en rust hebben me gered. Vooral de haarspeldbochten downhill op een onverhard pad zijn spannend. Op een gegeven moment denk ik bij mezelf: als je nu valt Kef, mag je hopen dat je bij bewust zijn blijft zodat je je gps-locatie nog door kan geven aan de lokale overheden. Als dat niet lukt op deze plek, word je zwaar onderkoeld, met van alles gebroken, nog ff verkracht door een paar geile wilde zwijnen teruggevonden. Karma bitch!!! zullen ze dan bij zichzelf denken omdat je de hele week al schweinehackse eet!!! Via de andere kant van de berg daal ik af en kom in een vallei met een mooie bochtende weg terecht. Asfalt wordt ‘t verder voor mij vandaag, dit was gek zat, normaal doen nu, je hebt duh meiduh belooft dat je weer thuis zou komen!!

Bij de eerste mogelijkheid stop ik om ff te kijken of alles nog op z’n plek zit bij de oude ploffert. De uitlaat heeft een opneukert gehad van de uitstekende puist en de primaire kast loopt aan tegen m’n koppelingshuis. Deze kast is opengewerkt door een begaafd clublid van ons en dat biedt me de mogelijkheid om het euvel met een schroevendraaier te fiksen. De uitlaat kan ik terugbuigen met m’n handen zodat de ophangbeugel niet meer tegen m’n ketting aanloopt. Waar worden de meeste Harleys gemaakt? Juist ja!! naast de weg!!! Ik ga weer op pad en de weg door de vallei voert me door kleine dorpjes en mooie uitzichten. Ik kies voor de richting Andernach, een wat grotere stad voorbij de volgende berg.

Via mooi geasfalteerde wegen kom ik aan bij deze stad. De stad ligt in een dal, omgeven door wijnvelden op de heuvels. Ik doe ergens een bakkie in het centrum en vind m’n weg naar buiten weer. Ik tank de oude ploffert af en zet weer koers richting het Ahrtal. In m’n ooghoek zie ik op de heuvel een oud klooster tussen de wijnvelden staan en verander mijn koers die kant op. Ik vind het klooster en dan toch maar even onverhard rijdend vind ik tussen de wijnvelden een mooie plek om ff te zitten. Deze plek biedt me, en zicht op het klooster, en zicht op de stad die zich onder me bevindt. Mooie plek om ff te genieten en m’n broodje te verorberen.

Via de andere kant van de berg kom ik weer uit in dezelfde vallei als de heenweg en stuur ons richting het Ahrtal. Eenmaal terug op de camping ff een biertje gedaan en daarna boodschappen voor het avond eten. Zelfde laken en pak als gisteren, bbq, vuur, schweinhackse en bier, komt goed. Ik geniet van de ondergaande zon en denk terug aan de trip van vandaag, echt te gek!!! Ik steek het vuur en de bbq aan en trek nog een biertje open. Het begint lichtjes te spetteren maar het is nog do-able voor de bbq. Het begint harder en harder te regenen en ik hoor de bbq sissen. Ik denk: fuck die gaat ‘t niet redden in dit weer. Ik gooi nog een blok hout op ‘t vuur en zet m’n eten in de voortent. Dan maar later eten. De bbq is inmiddels door verdrinking om het leven gekomen en heeft de geest gegeven.

Ik gooi nog wat hout op het vuur en denk bij mezelf: dit is een mooi moment om op de uitnodiging van de oude Indo in te gaan. Zogezegd, zo gedaan klop ik aan bij de oude Indo, hij verwelkomt me in zijn hut. De kachel staat aan en het is er lekker warm. Zijn hond, een 12 jaar oude labrador, verwelkomt me net zo hartelijk en voor ik het in de gaten heb, heb ik een bruine lobbes van een kilo of 60 op m’n schoot en een biertje in m’n hand. We zitten te praten over het leven en de beste man heeft de mooiste verhalen. Hij heet Pierre overigens en heeft lang in de scheepvaart gezeten. We kletsen en kletsen en het blijft regenen. Af en toe zegt hij mij dat m’n vuur uit dreigt te gaan (hij kijkt vanuit ‘t raam op mijn kamp) en ga ik naar buiten om nog ff een blok op het vuur te gooien, zolang ‘t vuur blijft branden zit ik goed vanavond denk ik bij mezelf. We kletsen verder en ik merk dat ik een beetje aangeschoten wordt, ik moet wat gaan eten denk ik bij mezelf. Het is inmiddels 21:00 uur en het laatste broodje dat je at was om 4 uur ‘s middags. Je bent een biertje of 10 verder dus … ja, ik moet wat gaan eten.

Het regent nog steeds dus ik bedenk het snode plan om onder de veranda van de bar m’n potje te koken. Ik haal het eten uit m’n voor tent, neem m’n kookstelletje, bord en bestek mee, biertje in m’n kontzak, helemaal top. De bar is al dicht en ze vinden het vast niet erg dat ik gebruik maak van hun waterdichte veranda. Ik bak m’n aardappel, schweinhackse en broccoli (ja ik dacht doe is gek, eet ook wat groente) af in m’n koekenpannetje en zit prinsheerlijk aan een tafel te eten, super!!! Ik zwaai nog even naar de beveiligingscamera en zet m’n mooiste glimlach op. Ken je dat aardig beschonken en dan lief proberen te lachen, dit met resten schwein en broccoli tussen m’n tanden, ‘t zal er niet uit gezien hebben maar ik had de grootste lol in m’n eentje, lalilalila!!! Ik heb alles na de maaltijd netjes opgeruimd achtergelaten want zo ben ik opgevoed, thnx mam en pap!!! Buikje vol, ik liep weer aardig waterpas en bij de afwas is ook niks stuk gegaan, het gaat wel weer met me.

The badass, the old, the Indo, aka Pierre

Ik ga douchen, nu is het sanitair nog open en kan ik ff goed warm worden (nee, inderdaad, ik had m’n vuur niet meegesleept naar die veranda) het wordt een koude en natte nacht dus dat lijkt me een goed plan. Eenmaal gedoucht en op de terugweg naar m’n kamp, loop ik voorbij de 2 Duitse mannen die me gisteren hadden uitgenodigd. Hun kamp is uitgebreid met nog een tentje en over het hele kamp was een groot doek gespannen. Ze zitten droog, hebben muziek en nodigen me weer uit. Nah!!! Nog eentje dan denk ik bij mezelf en voeg me bij het gezelschap. Ik weet m’n god niet meer hoe ze heten maar gezellig was het wel. Voor ongeveer een uurtje hebben we lol en drinken we. Dan besluit ik dat het mooi is geweest, van een afstandje zie ik dat m’n vuurtje nog heel summier brandt en bovendien wil ik morgen weer richting België rijden. Ik moet dus niet helemaal naar de klote zijn. Ik bedank ze voor de gastvrijheid en taai af. Ik laat m’n vuurtje wel uitgaan door de natuurverschijnselen en kruip m’n tentje in. Door het tentdoek zie ik de lichte schitteringen van het vuur en val in slaap op het geluid van de regen.

Wordt vervolgd