Every mile a thrill – deel 2

Dit is deel 2 van de reis die Aad Samwel maakte over het dak van de wereld in de jaren zeventig. Vandaag “corvee” door Europa, de kamelen komen in deel 3 weer aan bod.

Elke ochtend opstaan en rijden naar daar waar de zon opkomt. Het hippieparadijs Goa lonkt, de 3 duizend jaar oude maar levende Hinducultuur ligt te wachten, de Himalaya moet bedwongen worden, dus gas erop en rijden maar. Zo simpel is het eigenlijk.

De route door Europa was al vaker bereden, het was alleen nog spannend omdat de nieuw
opgebouwde motor zich nog moest bewijzen. Tijd om echt goed in te rijden was er ook niet geweest, maar ik vertrouwde maar op mijn kundigheid opgedaan in de jaren hiervoor. Het was wel de eerste keer dat ik een motorblok zelf helemaal opgebouwd had , alles was bijna NOS ,(New Old Stock) alleen koos ik voor TOTO zuigers omdat ik daar al goede ervaringen mee had qua vermogen en levensduur. Natuurlijk werd er op elk slakje zout gelegd, nooit had ik zo precies de kleppen geslepen en de krukas gebalanceerd en uit geshimd. Alles moest perfect zijn aan de motor en sleutelervaringen opgedaan tijdens de 230.000 km op de ‘43WLC werden ten volle benut. De eerste mijlen werden nog in een rustig tempo afgelegd, even wennen met al die extra bagage, stuurdemper wat strakker , langzaam kwam de motor ook goed los en aan het eind van de eerste dag arriveerden we in Bad Honnef. Hier een dagje rondgescharreld, een reis voorbereiden is héél vermoeiend dus we waren echt toe aan een dagje vakantie aan de Rijn. De dag erop via Neustadt a/d Main richting Karlowy Vary in Tsjechië, waar de eerst rustdagen waren gepland bij vrienden.
De eerste probleempjes deden zich ook al voor, bij de grenspost van Tsjecho- Slowakije ging het al bijna mis. Hoewel ik al vaker een communistische grenspost was gepasseerd en dus wist dat dit geen lolletje is, kon ik toch niet nalaten een geintje te maken, goedgehumeurd als ik was.

 

Beieren gezien vanuit het zijspan

 

Een lekker biertje zolang het nog kan.

Op de vraag wat er in de lederen geweertas zat die rechts aan de springervoorvork gemonteerd was antwoordde ik ‘flinten’, een van de weinige Tsjechische woorden die ik kende en wat ‘geweer’ betekend! Geintje, maar dat zagen die vopo’s toch anders, ik werd direct onder schot gehouden en afgevoerd. De motor werd ontdaan van alle bagage en uitgebreid onderzocht. Ondertussen werd ik binnen verhoord wat ik kwam doen in hun arbeiders paradijs. De legermotor met ‘ US army’, witte Amerikaanse sterren en andere legermarkeringen erop deed het ook niet zo goed op dat moment. Gelukkig had ik voor op het zijspan een reuzenpanda- afbeelding gemaakt, het logo van het wereld natuurfonds. Dit en de berg papieren die we voor de reis over de halve wereld bij ons hadden gaven uiteindelijk de doorslag en na een oponthoud van een uurtje of drie vier mochten we verder gaan. Een waarschuwing dat het niet overal zo relaxt, is als bij ons om de hoek, we waren gewaarschuwd… Snel verder over de tweebaansweggetjes, maar een fluitend geluid en compressie verlies betekende sleutelen aan de motor. Twee kopbouten gebroken, koppakking lek, waren het voorbodes van veel problemen of alleen bad luck?

Sleutelen aan de nog maagdelijk uitziende motor.

 

Ik had gekozen voor gietijzeren 1:6 hoge compressie koppen, dat koelt wel niet zo goed , maar ze gaan ook nooit kapot. Ik maakte me nog niet teveel zorgen, het was een mooi nazomer en ik had er zin in. De motor was snel gerepareerd toen we bij Karel, een oude harley vriend die ik op mijn eerste oostblokreis in ’73 had leren kennen, in Karlowy Vary arriveerden. Ik herkende hem helemaal niet want hij was net 2 uur daarvoor afgezwaaid uit militaire dienst en met die kortgeschoren kop zag hij er echt communistisch uit….

De gesprekken gingen vooral weer over de verschillen tussen oost en west, en wat we er aan kunnen doen.

De ouders van Karel die de tijd nog kenden van vóór de communistische putsch klaagden weer steen en been. Alle winkels leeg, naalden al 2 jaar niet te koop, condooms, verse groenten, panty’s en nog 100 dagelijkse gebruiksartikelen waren óf niet te koop of zeer moeilijk te organiseren. ‘s Avonds gezellig uit eten met de familie, en voor Karel’s Pa een echte cognac en Cubaanse sigaar gekocht tegen een woekerprijs. De verplicht gewisselde kronen moesten echter toch op dus het was goed besteed. De avond was kort, het restaurant sloot al om 10 uur, en om half elf werden we door de ober in onderbroek van het terras gejaagd…. Het weerzien en afscheid waren emotioneel, ‘tot over een jaar’, het klonk toch wel onwennig en vreemd. Daarna naar het zuiden, de motor liep weer zo als het hoorde, het landschap werd almaar mooier en na een halve dag aan het Lipno meer arriveerden we in Oostenrijk. Lekker toeren langs de Donau , die een eind volgen en na de oversteek naar het zuiden via Brück a\d Mür en Graz naar Yugoslavië. De motor draaide als een zonnetje en die scheen ook nog regelmatig , we hadden er weer zin in…. Zagreb was een bouwput, maar we hadden toch snel weer de doorgaande route gevonden naar Karlovaç en Pliviçe met z’n watervallen.

 

Watervallen bij Plivnice

Hier maar weer een pauze ingelast om de omgeving wat te verkennen en wat te relaxen.

Een dag later snel door naar de kust, Split lieten we liggen, bij Braç een leuk stekje gevonden waar we een weekje konden uitrusten aan het strand. Binnen no time de eerste vrienden gemaakt. Antonio uit Turijn met zijn antieke 1 cilinder moto guzzi legermotor was niet weg te slaan bij onze liberator uit 1942, later voegden nog twee nog 2 fransen op BMW’s zich toe en gevieren trokken we er al snel op uit om de mooie omgeving te bekijken. Het leven is goed hier in de zomer, we krijgen soms wat visjes van buren op de camping, we duiken zee-egels op die heerlijk zijn, zo komt splinter wel door de winter. Over die winters maak ik me wel zorgen hier, de winkels zijn toch slecht bevoorraad.

Moto Guzzi Falcone

 

Het blijft staatgestuurde economie hier dus veel is er ook niet, dat lijkt me vooral in de winters bar vervelend. Soms eten we geroosterd krentenbrood met vis omdat het gewone brood en ook de rijst op zijn in de winkels. Het went. Op dag 4 hier een Australiër ontmoet met een ‘30 er Vl, een knuckle en een liberator, 3 antieke Harley’s, ik ben jaloers!. Hij werkt in een disco, en probeert zijn motoren rijdend te houden, wat niet meevalt hier. Verder lekker zwemmen, vissen en lezen, het voelt als een gewone vakantie, de echte reis wordt mentaal nog even uitgesteld. Na een week hebben we het wel gezien hier en vertrekken we naar het zuiden over de 1000km lange kronkelende kustweg.

Yugoslaven kopen hun rijbewijs gewoon

en dat is ook wel te zien, op het stuk naar Dubrownik zien we een tiental zware ongelukken. Kitty zit doodsangsten uit in het zijspan want de wegpiraten scheren hier regelmatig op 2 mm langs het zijspan door de ondoordachte inhaalmanoeuvres. We houden het echter nog heel, en na een dagje Dubrownik rijden we richting de baai van Kotor zonder grote problemen. Hierna begint alles leger en ruiger te worden en we nemen de binnenweg omhoog naar Titograd. Na een uur rijden over de slechte weg vol hairpins zijn we bovenop de berg en genieten van het uitzicht over de kustlijn. De binnendoorweg voert vlak langs de grens met Albanë en is ontzettend slecht. Veel bruggen zijn ingestort door aardbevingen zodat we over geitenpaden naar het dal beneden moeten, en dan nog weer omhoog om de ingestorte bruggen te omzeilen. Het landschap is echter verschrikkelijk mooi en ruig, het schiet niet op maar heb toch geen spijt dat we de binnendoor weg hebben genomen. Vlak voor Cetinje begint de motor opeens op 1 cilinder te lopen. Controle van bougie en kabels levert niets op. Verder rijden maar op 1 pit. Als we wat gaan dalen pakt de motor weer beter op maar stijgen is een ramp. Uiteindelijk een garage gevonden. De bobine die ik nodig heb moet van een Harley komen of een lelijke eend, beiden hier geheel onbekend.

Dat is pech, ik probeer nog een autobobine

met 1 uitgang in serie te plaatsen met de Harley bobine maar het wil niet vlotten. We vinden gelukkig een plek om de tent op te zetten, de politie vindt het niks, maar we kunnen ze toch niet verstaan en weg gaan we ook niet meer in het donker, dus laten ze ons maar. Gelukkig zijn de volgende 300 km vooral dalend en zo komen we na nog één bergpas, de steden Skopje en Titos Veles, aan in Thessaloniki. Het was een slopende dag, maar we zitten weer in de bewoonde wereld en al snel vinden we Frank en Trudie waarmee we hier afgesproken hebben om een stuk samen te rijden. Hij heeft gelukkig een bobine bij zich dus de motor rijdt snel weer als vanouds. Lekker even uitrusten aan het strand bij Thessaloniki. ’s Avonds naar de openlucht bioscoop, een film van Evel Knievel, de Harley stuntman van de 70ties. Het publiek was gemiddeld 12 jaar oud maar de blikjes en andere rotzooi vloog door de lucht dus opvoeden kunnen ze niet in Griekenland. Lekker vissen en zonnen, zo willen we het hebben, uitgerust zijn voor het echte avontuur, dat nu toch wel dichtbij komt.

Na een paar dagen dus alles weer ingepakt

in het zijspan en de vele ander bagage mogelijkheden die aan en op de motor zijn gemaakt. Het gaat steeds sneller natuurlijk, veel laten we er ook aan hangen,. We hebben 2 extra jerrycans van 10 liter, een reservewiel met band, nog een extra band en een bergje onderdelen en gereedschap om bijna alles te kunnen repareren. Onderdelen kopen onderweg is er niet bij en vakmensen die een Amerikaanse motor uit’42 kunnen revideren vinden we ook niet onderweg dus zal ik alles zelf moeten doen. Deel van de uitdaging! Na een niet te lange dag is de grens met Turkije in zicht. Veel militairen in de omgeving, er zijn grensspanningen over wat eilanden en Cyprus, de grens is zwaar bewaakt maar we zijn er toch snel doorheen. Bij Tehirdag zoeken we met de twee motoren en nu dus 2 tentjes een slaapplaats.

 

Op andere plekken was het weer genieten . even rust na wéér 500 km gemaakt te hebben op een dag.
Niet veel te beleven hier, en een camping bestaat hier niet. maar bij de uitgang van het stadje vinden we een soort veldje naast de weg waar al twee tenten opstaan. Een veldje voor nomaden of zo? We weten het niet maar zetten onze tentjes er maar naast en koken nog wat op de benzinebranders voor we de slaapzak induiken. De volgende ochtend doen we flap van de tent open en kijken in het grijnzende facie van een Turk. Hij lijkt vriendelijk dus staan we snel op. Hij heeft de thee al klaar dus een beter welkom kun je niet bedenken.

 


Hassan kijkt toe hoe we ontbijten

‘Hassan’ blijkt een bewaker te zijn die op de PTT tentjes past,

ze zijn kabels aan het monteren onder de grond dus niks nomadenveldje… Hij nodigt ons uit om met wat vrienden vis te gaan eten, dus dat doen we. Ze vinden mijn haar en mijn hippie baard veel te lang dus ik wordt door het halve dorp meegetroond naar een kapper. Hilariteit alom, ik wil niet, maar alles moet korter. Ik kom er echt niet onderuit en een half uur later wordt ik door de menigte naar een koffiehuis gedragen alwaar het dagelijkse theedrinkritueel begint. Veel kleine glaasjes mierzoete thee volgen, er gebeurt nooit wat in dit stadje, dus we zijn een bezienswaardigheid. Wel gezellig evengoed, maar we moeten verder. Istanbul lonkt. Oude vrienden opgedaan tijdens onze eerste reis naar Istanbul op de WLC in ’75 wachten op ons. Per brief, vier weken eerder verstuurd, weten ze dat we er weer aankomen , dus we moeten er ook wel zijn. Voor de stad de bekende camping snel gevonden . De volgende dag op zoek naar de vriendinnen die we in ’75 gemaakt hebben hier. Na veel zoeken en vragen vinden we het adres van de fam. Orneci. Hier natuurlijk hartelijk ontvangen en in de watten gelegd door Meral en Pinar, twee Turkse kanjers. Pa is arts en goed opgeleid, zijn drie dochters zijn vrolijke meiden die vol in het leven staan. Niks geen hoofddoekjes of ander gezeur, ze willen léven.

Ik was niet blij zo te zien

Ali mag even plaatsnemen op ons stalen ros.

 

Weer ontzettend lekker eten natuurlijk met de nodige alcoholische glaasjes ondanks dat het ramadan is en natuurlijk lekker bijgepraat over de afgelopen twee jaar. De tweede dag staat er op straat ineens iemand voor me die zegt

 

’how are you, do you know who I am’? Mohammed Ali!

Nu híj met grote baard en ik bijna zonder! Twee jaar geleden veel mee gelachen en een hoop geleerd van de Turkse gewoontes, vooral van de gastvrijheid. Weer gezellig visjes eten en aan de drank, het zijn levensgenieters hier… De volgende dag gaat hij mee naar het vliegveld, alwaar mijn bobine aangekomen moet zijn. Na veel zoeken de kleine KLM cargo gevonden en papieren meegekregen. Naar de Douane, ja alles goed maar er stond ‘auto-onderdelen’ op de papieren en daar het een motoronderdeel was kon dit natuurlijk niet zomaar meegegeven worden. Bedankt ANWB. Dus de hele stad door naar de Turkse automobielclub voor een verklaring. Kost afgezien van de 3 uur reizen zomaar niets en hiermee naar de andere kant van de stad over de bosporusbrug Azië in voor stempels van het hoofdkantoor van de douane. Het verkeer is een chaos, maar Ali is rustig als altijd en blijft lachen. 32 Handtekeningen en stempels en zegeltjes verder moet alles in orde zijn dus racen we weer naar het vliegveld. Net voor vijven lukt het ons om het pakketje los te krijgen. Het is een gigantische doos waar wel een heel motorblok in zou passen, maar buiten de bobine en verpakkingsmateriaal zat er alleen nog een nieuwe Telegraaf in, toch wel attent van die ANWB jongens. Dat dit een les zou zijn hoe het werkt in Azië kon ik toen nog niet bevroeden, zonder Ali was het hopeloos geweest in elk geval. Verder op de grens van Europa en Azië nog even genoten van de luxe van een echte stad.

 

Aya Sofia

Na twee dagen post opgehaald, 7 brieven!, en Hilda en Godfried ontmoet op een bankje voor de Aya Sofia. Dit had ik met Hilda, die ik in mijn laatste baan nog ingewerkt had, 2 maanden terug al afgesproken. Toch te gek dat zo’n afspraak lukt. Ze zijn met openbaar vervoer aan het doen wat wij proberen te volbrengen op onze stalen rossen. We wisselen ervaringen uit over de reis tot nu toe, het is eigenlijk niet te vergelijken, net of we heel wat anders aan het doen zijn. Het is al weer 1 september en we moeten voort gaan maken om voor de sneeuw oost Turkije uit te zijn. Ik besteed nog een dag aan groot onderhoud aan de motor, repareer een olieleiding die gescheurd is, en zet alles nog eens goed vast, want de wegen zullen alleen maar slechter worden. Nog een gezellige dag met Meral en Nejat (het derde zusje), daar blijven slapen en verrast met een uitgebreid Turks ontbijt. Hoe kunnen ze zo eten en toch zo slank zijn?? We nemen afscheid en beloven elkaar over een jaar weer gezond en heelhuids terug te zien.

De laatste voorbereidingen getroffen, alles nog eens nagelopen, er was geen reden meer tot uitstel. Hierna zou het echte avontuur beginnen. Onbekend terrein, onbekende volkeren en onbekende problemen zouden opduiken, we waren er klaar voor.