Kippesoep met Lars

Door het uitstel van de Kippesoeprit naar 26 maart, kan dit wel eens een saaie zondag worden. Om de dag toch een beetje door te kunnen komen, staat hieronder een terugblik op de rit van 2015. Tot volgende week!

De Kippesoeprit van Lars is altijd een mooi begin van het nieuwe seizoen.

Voor het vertrek stond ik nog even voor de spiegel te dubben, “wat zal ik aandoen”? Maar mijn vrouw zei resoluut: “je kleedt je warm aan hoor!” Dat was geen overbodige luxe, want de dag startte kouder dan bij mijn eigen soeprit (snertrit, november). Onderweg bij de Shell toch maar een ijskrabber gekocht. Het zit wel lekker achter zo’n windscherm, maar als je adem tegen het plexiglas bevriest, zie je geen klap.

In Leimuiden, bij Rooie Kees druppelden de Oldtimers paars van de kou één voor één binnen. “Toch wel fris voor zo’n mooie dag.” Kees deed goeie zaken, want iedereen lustte wel wat warms om weer op temperatuur te komen.

Na drie kwartier begonnen we ons af te vragen waar Lars bleef. Als echte Zweed weet hij als geen ander hoe je met dergelijke kou om moet gaan: gewoon wachten tot de zon op zijn hoogst staat. Om 12 uur kwam hij aankakken met een bivakmuts op. Sowieso een wonder dat hij aankwam, want

als buitenlander met een raar accent en een bivakmuts zit je tegenwoordig zomaar een etmaal op het politiebureau in een cel.

De rit was formidabel. Het weer was helder en door de kou waren er weinig fietsers en wandelaars. Bovendien was al dat kruiende ijs op de Amstel echt een prachtgezicht. Ook de tussenstop bij natuurgebied de Groene Jonker was weer bijzonder. Trouwe bezoekers van de Kippesoeprit weten dat Lars hier altijd een poging doet om ons wat bijzondere vogels te laten zien. Met onze twintig Harleys begaven we ons tussen de verbouwereerde vogelaars en stapten af. Geen vogel te zien! Hoe zou dat toch komen? De vogelaars keken een beetje boos, pakten hun cameratassen in en vertrokken. We hadden het rijk alleen. Een prachtplek.

Verder maar weer. De Hoef is niet een heel groot dorp. Het is meer een gehuchtje. Maar ze hebben er wel een Oostzijde en een Westzijde met daar tussen de Kromme Mijdrecht. En als je erg je best doet kun je daardoor bij De Hoef heel erg lang om de Strooppot heen rijden. We hadden deze uitspanning al uitgebreid in het vizier toen we er eindelijk mochten stoppen. De zon scheen uitbundig en Strooppot heeft een heerlijk terras. We zaten prima uit de wind achter het glas (dat inmiddels niet meer dichtvroor).

De terugweg ging over een dijk die voor 50 procent bestaat uit blinde bochten naar rechts en voor 49 procent uit blinde bochten naar links. Het dijkje is net breed genoeg voor een motorfiets, maar je kunt er ook auto’s tegenkomen. Lars testte uit hoe hard we durfden. Oh ja, 1 procent van de dijk gaat over een boerenerf, met links een boerderij en rechts de opstallen met daartussen katten en kippen.

Je kan ook daar knetterhard.

Die boer heeft echt spijt dat zijn betovergrootvader ooit recht van overpad heeft verleend voor boerenkarren!

Voor zover ik weet haalde iedereen het eindpunt bij Rooie Kees behalve Henk Janse. Waar die was gebleven is nog steeds  onbekend (inmiddels weten we waar Henk is). Er zat dit jaar bijzonder veel kip in de soep zodat we nu ook weten waar die vogels van de Groene Jonker zijn gebleven.